“Met etenstijd splitsen we ons op: de rokers en de niet-rokers.”
Zo zorgen Peter en zijn collega’s ervoor dat ze niet met teveel mensen tegelijk in een ruimte zitten. De rokers vertrekken naar ‘het huisje’, een woonhuis naast de fabriek waar normaal gesproken de kantine zit, en de niet-rokers blijven in een vergaderzaal. Ook met het wisselen van de dienst wordt contact zo veel mogelijk vermeden: “De dienst stopt een kwartier eerder, zodat je de collega’s van de volgende dienst niet tegenkomt. Bijzonderheden dragen we schriftelijk over dus ook persoonlijk overleg is er bijna niet meer bij.” Dat is wel even wennen, vindt hij.
Aan het mondkapje heeft Peter niet hoeven wennen: “Die dragen we hier al zo’n jaar of vijf. Bij de washandjes die wij produceren is het belangrijk dat er geen bacteriën op komen en het dragen van een mondkapje draagt daaraan bij. In die zin kun je zeggen dat we een beetje waren voorbereid op de coronamaatregelen.” En de drukte op de werkvloer? Die is weer grotendeels gaan liggen, hoewel in de eerste maanden de productie flink werd opgeschaald. Inmiddels is er een flinke voorraad opgebouwd die nu weer rustig wordt afgebouwd.